Presentatietheorie

Een les, een presentatie, een video, een praatje hebben alle gemeen dat je een publiek probeert aan te spreken en de aandacht probeert te krijgen en vast te houden.
Dit is het algemene recept samengevat in een .pdf: Praatjesrecept
De toelichtende video’s volgen nu.

De openening moet dus een ‘attention grabber’ zijn die de kijker ‘hooked’, bijv.:
– ask a rethorical question
– startling fact or shocking statistics or analogy
– kort verhaal

Pas hierna ga je verwoorden waarom het publiek (zou moeten) luisteren, en geef je in 1 zin aan waarom jij de presentatie doet en wat je in de presentatie wilt bereiken.
En geef je aan waarom het in het voordeel van het publiek is te luisteren.

Conor o’Neill kiest beslist voor het verhaal. Hier legt hij uit waarom:

Niet alleen is het vangen van de aandacht een primair doel, je wilt ook een gedachte, een visie, of een theorie overbrengen.
Om het doel van de presentatie zodanig op de kijker over te brengen dat de kijker de presentatie ‘accepteert’, is deze video helder:

Voor presentatie wordt vaak Powerpoint gebruikt. Je kan met powerpoint tal van gebruiksfouten maken.
Om de gangbare fouten te beschrijven en ook tussen de regels door het waarom van de fouten te begrijpen zijn deze twee videos geweldig:
(de eerste beschrijft ook het waarom, de tweede doet het komisch dunnetjes over)

De eerste tip van Leila Gharani (“Simplicity is not the enemy of detail”) volgt uit de video van David Phillips:

Samengevat:
De Do-‘s zijn:
– 1 message per slide. Dat leidt tot meer slides, maar dat is aanzienlijk beter te behappen voor de kijker dan meerdere messages per slide, want de kijker heeft maar 1 focus.
– Houdt de focus van de kijker op datgene wat je in je slide laat zien (door zaken te laten oplichten, door zaken te vergroten, door contrast te vergroten)
– Houdt rust in de presentatie. Dat bereik je het best met een zwarte, of donkere achtergrond.

De Do-nt’s
– geen zinnen op het scherm en tegelijk spreken (kijker heeft maar 1 focus: 1 + 1 = 0)
– geen felle kleuren of beweging gebruiken, dat leidt maar af.
– 7+ objecten op het scherm (kost de kijker teveel processing power)

De Algemeenheden

Uit de videos komt verder een algemene lijn naar voren, met welke zaken de spreker rekening moet houden.

De presentatie moet uiteraard uitgaan van het kennisniveau van de toehoorder. Maar voor alle mensen geldt:
– Ze zijn van nature lui
– Ze hebben maar 1 focus
– Ze hebben een slecht geheugen (working memory)
– Bij meer dan 5 objecten op scherm kost het de “brainprocessor” exponentieel meer energie om de info te verwerken

Voor de boodschap geldt:
– Boodschap moet inspirerend zijn, oftewel: zonder enthousiasme gebracht is er geen boodschap
– Boodschap moet geaccepteerd (kunnen) worden, hetgeen het beste lukt door toehoorder zelf tot een conclusie te laten komen

Voor de tijdlijn geldt:
– korte presentaties werken beter dan lange.
– streef naar 10 minuten.

T.a.v. die 10 minuten: er zijn mensen zoals Eric Edmeades die langer de aandacht vast kunnen houden. Hoe (zoals hier) Eric dat doet is me niet echt duidelijk, maar het lukt hem wel, de aandacht vasthouden. Typisch is dat Eric voor een ‘praatje’ van 8 uur geen voorbereidingstijd nodig zegt te hebben, maar voor een presentatie van 20 minuten wil hij een maand voorbereidingstijd hebben:



Het kost tijd te versimpelen!

Voor de presentatie als geheel moet gelden dat er een begin, een midden en een eind aan zit.
Je kan het beste beginnen met een verhaaltje (dat aansluit op het latere betoog), liefst wat je zelf hebt meegemaakt.

Een verhaal dat pakt laat de hoofdpersoon die iets wil (subjectief) te pletter lopen tegen de (objectieve) realiteit.
In het betoog laat je zien hoe de hoofdpersoon dat voor elkaar had kunnen krijgen, als hij dit geweten had.

Maar het best laten we weer David Phillips aan het woord:

David Philips heeft 5 jaar lang onderzoek gedaan naar goed sprekers en is zo tot een soort periodiek systeem van elementen van een goede presentatie gekomen.

Om een presentatie effectief te beeindigen moet je begin en betoog verbinden. Je kan dat proberen in 1 zin:

Maar je kan dit ook meer sophistacated doen:

In (of voor) het slot kan je ook m.b.v. Powerpoint of Camtasia een quiz verwerken.

Maar je kan tegenwoordig zelfs in een powerpointpresentatie een “live”-stemming (en dus ook een live-quiz) verwerken, zie: https://pptsolutions.nl/stemmen-in-een-powerpoint-presentatie/.
Voor kleine groepen is dat gratis.