(Goed) arbitreren is moeilijk

En dus gaat er wel eens een arbitrage de mist in. Toch gaat het zelden zo eenzijdig mis als in dit geval (zomeravondcompetitie Gisolf):

Het was het eerste spel in een setje van 4 (deeltafel). Systeemkaarten van beide partijen lagen op tafel, maar alleen Zuid had die van OW ingekeken, zodat Zuid dus wist dat OW Multi speelden, maar Noord wist dit niet. NZ spelen tegen een zwakke 2 Multi-defense, waarin 2 een transfer naar is, of een 2-kleuren spel /.
Tegen de Multi spelen NZ de (standaard) SF-verdediging (die op schrift gesteld stond op een apart blad), waarin 2SA alleen maar een transfer naar is. Een 2-volgbod is in de SF-verdediging een infodoublet OP en een 2-volbod is een infodoublet OP . Dat staat ook zo op het aparte blad.

Noord en Oost hebben onlangs samen de bridgecursus “Bridge in een flits” van Berry Westra gegeven. Daarin is 2 echt en zwak. NZ spelen dit ook, en Noord ging er na de non-alert van Oost van uit dat ook OW dit zo speelden.

De gebeurtenissen aan tafel:

Nu pas werd de arbiter geroepen. De eerste zin van Noord naar de geroepen arbiter was: “OW roepen de arbiter na illegale communicatie.” Hierop zei de arbiter bij het begin te willen beginnen. De gebeurtenissen tot en met het rondpassen op 4 werden verteld. West gaf aan bezwaar te maken tegen dat Noord zijn bod had veranderd, waarop Noord aangaf dat dit kwam omdat Oost niet gealerteerd had. Op de vraag hoe het dan kwam dat Noord zich dit bewust werd, was het antwoord dat dit kwam doordat Zuid om de verdediging (die op een apart blad stond) had gevraagd. {Het is toegestaan zo’n apart op schrift gestelde verdediging aan tafel te raadplegen – BSC-regeling 2017}. De arbiter was vervolgens van mening dat Noord zich ervan had moeten vergewissen of West-‘s bod wel/geen Multi was {“Spelers dragen zelf verantwoordelijkheid voor een goede communicatie aan tafel. Ze kunnen zich bijvoorbeeld niet zonder meer beroepen op het ontbreken van een alert, of een nodeloos alert als ze desondanks weten wat de bieding betekent of als een alert ontbreekt in een biedsituatie waar een bijzondere of kunstmatige betekenis waarschijnlijk is.” – alerteerregeling 2009} en behandelde de arbitrage als zijnde een “wijziging bieding” (25B – waarbij 16C van toepassing is, en die de arbiter in staat stelt een arbitrale score toe te kennen).

Alhoewel de arbiter nooit duidelijk heeft gemaakt welke overtreding NZ nu precies hebben begaan {“verkeerde uitleg” kan het niet geweest zijn, er is zeer duidelijk uitgelegd dat Noord zowel met 2 als met 2SA lange aanduidde}, moet het welhaast de route van 25B => 16C zijn.

Arbiter beslist in eerste instantie: uitspelen. Uiteraard ging dit down (-6). Ruling arbiter achteraf: NZ gemiddelde min, OW 50%.

Deze beslissing is volkomen onbegrijpelijk.

Uiteraard had de arbiter meteen geroepen moeten worden na de non-alert op 2. Je kan vervolgens ook nog zeggen dat Zuid “illegaal” Noord inlicht over het feit dat OW de Multi spelen, maar in feite maakte die opmerking alleen maar Oost’s alerteerverzuim goed.

Niet-alerteren waar dat wel had gemoeten is een overtreding (zie 21B1a, en ook de alerteerregeling) met als gevolg de bepalingen in 40B3a, 40B5b, en de Multi is 100% alerteerbaar. Volgens 21B1a mag Noord dus zijn bod dan straffeloos vervangen. Het 2SA-bod is zelfs een vergelijkbare bieding (nauwer begrensd, zie art.23) maar dit hoeft volgens de Spr. dus niet eens. Er was dus helemaal geen overtreding door NZ maar juist door OW.

Maar bij deze arbiter werd de overtreding door OW een overtreding door NZ, volgens de toepassing van de interpretatie van de alerteerregeling. Dat is zeer merkwaardig, aangezien de Spr. (21B) echt boven de interpretatie van de alerteerregeling uitgaat.

Maar zelfs dan nog. Ok, laten we er even van uitgaan dat 25B van toepassing is. Omdat Oost de vervangende bieding heeft geaccepteerd, gaat het bieden en spelen gewoon verder en is hierna art. 11 van toepassing. In art. 11 staat expliciet dat de niet-overtredende partij de score behoudt die aan tafel werd behaald. OW behouden dus altijd hun 4-resultaat, zie ook WW139 blz. 3.

Ook kan er geen sprake van zijn van de route via 25B => 16C aangezien NZ nergens gebruik hebben gemaakt (gebruik hebben kunnen maken) van de informatie uit de ingetrokken handeling.

Nog steeds de route 25B => 11, nu NZ. De arbiter is bevoegd oorzakelijk voordeel weg te nemen (moet dit zelfs doen). Maar is hier sprake van OORZAKELIJK voordeel? De reden van de slechte score is de onbegrijpelijke pas van West op Oost-‘s dwangbod van 4. Dat de kleur van NZ was is zeer duidelijk uitgelegd. Daarmee moet voor de volle 100% duidelijk zijn geweest dat het een dwangbod was. Dat Oost dit niet begreep (of wilde begrijpen en op de arbiter wilde leunen) heeft echt niets meer te maken met de onregelmatigheid/overtreding. Bijgevolg is er dus geen oorzakelijk verband tussen slechte score en overtreding.

Dàt overtreding en slechte score met elkaar in verband moeten staan (er moet oorzakelijk voor- en na-deel zijn) om een reden te hebben een arbitrale score toe te kennen, is op diverse plaatsen impliciet in de Spr. opgenomen.

Als allereerste in de strekking van de Spr.: “Herstellen van schade” houdt in zich al in dat er verband moet zijn, en duidt niet op gebeurtenissen die toevallig ook ooit eerder hebben plaatsgevonden.

Ook vinden we dit terug in 72C, een kapstokartikel waar de arbiter altijd op terug kan vallen als er een onregelmatigheid heeft plaatsgevonden die niet expliciet in de Spr. is geregeld [overigens is dit hier totaal niet aan de orde – wat er moet gebeuren na de onregelmatigheden “Bieden op onjuiste informatie” (21B) en “Wijzigen bieding” (25B) staat prima beschreven en de bepalingen zouden gewoon toegepast moeten en kunnen worden]. In 72C staat dat de arbiter het recht heeft een arbitrale score toe te kennen als de overtredende partij “voordeel heeft gehaald UIT de onregelmatigheid”. Er staat NIET “NA de onregelmatigheid”. Er moet, kortom, sprake zijn van oorzaak en gevolg. Zo niet, dan is 72C niet van toepassing. En indien de arbiter gebruik gemaakt heeft van 72C (wat in het onderhavige geval op zich onbekend is) dan zou ook de reden waarom gebruik gemaakt is van 72C bekend gemaakt moeten zijn. Maar àls de arbiter gebruik gemaakt heeft van 72C, dan had die uitleg wel gemoeten om de overtredende partij in staat te stellen tot de mogelijkheid van protest (art.83). Dit is nagelaten.

Dit geldt ook voor het andere kapstokartikel (84D) dat de arbiter in staat stelt de niet-overtredende partij schadeloos te stellen DOOR een onregelmatigheid. Hiet betekent “DOOR” ook oorzaak en gevolg, NIET volgordelijk in de tijd (want dat is het altijd). Dit artikel 84D verwijst naar 12, en in 12B1 staat nogmaals “DOOR” (“Er is schade als een niet-overtredendepartij een resultaat behaalt dat DOOR de overtreding slechter is dan het resultaat dat verwacht mocht worden als de overtreding niet had plaatsgevonden”). Ergo, het gaat in de Spr. om CONsequent voordeel, niet om SUBsequent voordeel.

Dat geldt ook voor een ander kapstokartikel 12A1. Als 12A1 van toepassing wordt verklaard [hier volkomen onduidelijk op grond van welke overtreding dat dan het geval zou moeten zijn; en indien er een “onbekende” overtreding is, dan zou de overtredende partij gelegenheid moeten krijgen tot protest (83)] dan wordt de arbitrale score via 12A2 => 12C2 geregeld. Maar dan is het niet-alerteren, wat oorzaak is van alles, in het geheel niet meegewogen in de arbitrale-score-bepaling! Zou je voor dit artikel gaan, me dunkt, dan wordt het G+ NZ en G- OW. Waarmee OW al veel te veel krijgen, want het behaalde bordresultaat heeft niets te maken met de overtreding. Ook staat in 12B2 dat de arbiter niet een arbitrale score mag toekennen uit de overweging dat de rechtzetting [of uiteraard ook de niet-rechtzetting, als de Spr. dit aangeven (25B1)] die in de Spr. is bepaald, onevenredig zwaar of voordelig is voor een partij.

Maar als de arbiter gebruik maakt van zijn recht volgens de kapstokartikelen 72C of 84D of 82B1 of 12A1 te handelen, dan moet hij volgens 83 de overtredende partij wijzen op de mogelijkheid tot protest. Dat is niet gebeurd en dus moeten we ervan uitgaan dat de arbiter niet een (of meer) van deze artikelen heeft gebruikt.

Samenvattend: de oorzaak voor het gebeuren ligt primair in het niet-alerteren van de Multi, een overtreding door OW. Na de non-alert heeft Noord het recht zijn bod straffeloos te vervangen (21B). Maar zelfs als je vindt dat je de onregelmatigheid moet afhandelen via 25B, dan nog moet OW sowieso zijn behaalde tafelresultaat behouden (25B1- bieding is geaccepteerd en 11). En omdat er geen oorzakelijk verband is tussen behaalde score en onregelmatigheid is er ook geen reden voor een arbitrale score voor NZ.

Mijn opinie: Arbiters dienen open-minded te zijn. Deze arbiter heeft niet heeft willen luisteren naar de argumenten van Noord, die steeds in de rede werd gevallen als hij feiten wilde aandragen en toen Noord op enig moment zei dat hij toch ook wel iets van de Spr. afwist, toen werd de arbiter pas “echt kwaad”. Omdat geëmotioneerde mensen niet bevattelijk zijn voor inhoudelijke argumenten en Noord de zaak niet op de spits wilde drijven, beperkte Noord zich tot het belangrijkste inhoudelijke argument, de strekking van de Spelregels. Ook die argumentatie werd genegeerd. De arbiter heeft overal waar een afslag in het voordeel van OW genomen kon worden, dit dan ook gedaan (en ook daar waar het eigenlijk niet kon – zie 11). Een dergelijke eenzijdige opstelling van de arbiter zie je gelukkig zelden en het is gissen naar de [intrigerende] reden hiervoor.

Dat is natuurlijk geen goed arbitreren. Maar iedereen kan fouten maken.

PS1. Door West is er herhaaldelijk beweerd dat het 2-bod in de SF-verdediging zou betekenen. Dat is niet zo (NZ speelt de standaard-variant van de SF-verdediging tegen de Multi) en de bewering is puur gebaseerd op verkeerd lezen. Er staat dat 2 een infodoublet OP inhoudt, NIET MET , zoals beweerd. Maar omdat de SF-verdediging tegen een zwakke 2 niet van toepassing is, voelde ik (Noord) me niet geroepen me te moeten verdedigen tegen zoveel onzin: het verkeerd lezen van iets wat niet van toepassing is.

PS2. “Rechten voorbehouden” om de WL mogelijk op later tijdstip te ontbieden (16B2) doe je om vast te stellen dat mogelijk OI is overgedragen. Hier is overigens duidelijk niet sprake geweest van OI/gebruik-making van OI, aangezien 2 tegen een zwakke 2 en 2SA tegen een Multi precies dezelfde boodschap inhouden: een transfer naar 3 . Indien er wel een overtreding van 16C2 zou zijn geweest [en niet eerder] moet de arbiter een arbitrale score toekennen volgens 16C3.  Overigens benoemen we tegenwoordig die eventueel overgedragen OI meteen als daar sprake is, bijv. “Bent u het er mee eens dat er een denkpauze is geweest?”, want achteraf de WL roepen, dat recht heb je altijd, terwijl het er om gaat dat beide partijen het eens zijn over wat er heeft plaatsgevonden, daar moet overeenstemming over zijn. “Rechten voorbehouden” is geen manier om achteraf art.11 buiten werking te stellen voor een specifieke, in de Spr. beschreven overtreding, want dan moet de WL meteen geroepen worden, die dan een specifieke rechtzetting toepast. Zou dan hier naar het oordeel van de WL sprake geweest zijn van een wijziging bieding, dan had de arbiter partijen op dat moment de toepasselijke keuzes kunnen voorleggen. Als Oost dan 2SA geaccepteerd had met “Dbl” zoals nu, dan hadden OW geen verhaal gehad. “Rechten voorbehouden” in geval van specifieke overtredingen bestaat niet meer in de Spr. juist omdat de niet-overtredende partij dan latere grove fouten (zoals hier de pas op 4) die dan niet via de arbiter goed kan proberen te maken. Achteraf lucratief leunen op de arbiter is niet in overeenstemming met de strekking van de Spr., en is via 11 en 12C1eii niet mogelijk. Echter is in deze arbitrage ook 12C1eii niet toegepast.

3X het Grosvenor Gambiet

Maar weinig mensen weten wat het Grosvenor Gambiet is. De term “Gambiet” stamt van het schaken en betekent zoiets als “beentje lichten”. Je geeft een pion weg die je later met rente hoopt terug te krijgen. Philip Grosvenor heeft het Gambiet in het bridge geïntroduceerd. Het verhaal van Grosvenor is komisch beschreven door Frederick B. Turner in de “Bridge World” van juni 1973. Recent heb ik dit artikel in het Nederlands vertaald. Voor wie het lezen wil: https://kavdw.nl/wp-constant/uploads/2018/05/Het_Grosvenor_Gambiet_V10.pdf .

Het principe van het Grosvenor Gambiet is dat je een slag die je kan nemen niet neemt, of een slag weggeeft die je niet weg had hoeven te geven. De tegenpartij leest de kaarten [verkeerd] en gaat uit van een ander zitsel dan het actuele, waarna je de weggegeven slag weer terug krijgt. De rente is de geschapen verwarring.

Ondanks dat maar weinig mensen het gambiet onder die naam kennen komt het Grosvenor Gambiet op mijn niveau toch veelvuldig voor als je er maar oog voor hebt. Zie spel 20 van onze eerste tafel, waarbij Winny Severien als West 3  speelt tegen Vashish Sukul (Noord).

Na 3 voor A en 2 voor H speelde Winnie een kleine  naar V die mocht houden (!). Winnie plaatste H nu in Zuid en nam de snit naar Noord die verloor. Nu hebben in deze situatie NZ het altijd verkeerd gedaan zodat vanuit West nauwelijks te zeggen valt wat de juiste speelwijze had moeten wezen. Maar de slag kwam terug, dus goed gedaan Vashish!

In spel 23 speelde ik als Noord 2 tegen Arianne van Eck (West) en Jaap Roos (Oost).

Na de uitkomst van B voor het A,  voor de H en  getroefd,  voor het Aas en A speelde Arianne 6 (!) na die via de V en H voor het Aas was. Na  getroefd en een hoge  voor de H maakte Arianne  het plaatje compleet door 2 (!!) na te spelen.
Ik had het lef niet om hem naar 9 te laten lopen. Goed gedaan Arianne!

Toch is het altijd uitkijken geblazen met zo’n gambiet en vooral tegen wie je het speelt. In de laatste ronde speelden we als NZ 4 tegen te spelen door Jan Peter Leentfaar op de Oostplaats.

Het was de laatste tafel en gedurende de avond had ik Winny al het een en ander verteld over het Grosvenor Gambiet. Winny kwam uit met 7 , in de dummy werd een kleintje gelegd en ik zag dat ik een Gambiet had, dat ik na ampele overweging toch niet durfde uit te voeren (eerst 10) omdat de leider gemakkelijk een 6-kaart  kon hebben. Toen partner later toch een doubleton  gehad bleek te hebben sprak ik mijn spijt hierover uit tegen Winny. Dat was niet besteed aan Jan Peter. “Kees, wat zeur je nou, als je eerst 10 speelt valt je H later toch gewoon onder het Aas?”.

Maandag-/Woensdag-avond cursus “Bridge in een flits”

[De oorspronkelijke inhoud van dit bericht is verplaatst naar de -Pagina van deze site.]

Maar omdat u hier toch bent:
Als u leert bridgen volgens Berry’s vijfkaart hoog methode (Bridge-in-een-flits), dan is daar op maat gemaakte software voor waarmee u de stof snel in de vingers krijgt. Ik wil nogmaals attenderen op de mogelijkheid via BIC te oefenen. Installeer via
http://www.berrywestra.nl BIC (volg de instructies van het scherm) en SPEEL! Een proeflifmaatschap kost niets en kunt u 6 weken gratis uitproberen. De kosten daarna zijn gering: voor 40,= bent u een jaar lang lid. Tevens kunt u in de klas bij Jos (klas 356) of Kees (klas 357) vragen stellen, en zien hoe u het doet ten opzichte van uw medecursisten.

Tenslotte, als u lid wordt van BIC is het volgende een leuke bonus:

We zijn trots te melden dat nu ook het tweede deel in Berry’s vijfkaart hoog cursus, Bridge in een Flits 2, beschikbaar is als App365 (deze cursus, deel 2 dus, wordt vanaf september gegeven).
Deel2 is een verdieping van deel 1. Deze App365 is te gebruiken op uw tablet, PC en Mac.

Heeft u daar belangstelling voor, bezoek dan in de verkenner op uw tablet, PC of Mac, de website www.tabletbridge.nl. U kunt verbinden met uw BiC-account gegevens.
Een beschrijving van alle App365 kunt u vinden op www.tabletbridge.nl/app365.html.

Bent u aan het leren bridgen dan zijn ook Bridge Puzzels 1 en 2 geschikt extra oefenmateriaal. Natuurlijk met duidelijke uitleg van Berry na elk spel.
Bridge Puzzels 1 en 2 zijn ook geschikt als u niet volgens de Flits methode leert bridgen.

De App365 kost 10 euro per jaar. Leden van BiC krijgen 20% korting bij de aanschaf!

Mug

Met enige regelmaat komt Erian, Joke’s kleindochter, bij ons slapen. Ze werd echter de een na laatste keer gestoken door een mug. Nu zijn er deze maand nog geen muggen bij ons gesignaleerd, maar ze lijken met Erian mee te liften. Reden voor Joke om deze keer een klamboe te kopen, en die om het logeerbed om te bouwen. Voor het slapengaan werd de kleine tevens flink met anti-muggenolie ingezeept, terwijl voor het ergste geval het 06-nummer van de huisarts op het nachtkastje gereed werd gehouden.
Ik slaap slecht en ga dan maar wat computeren, en las de “OI” arbitrage op de nieuwsgroep nl.sport.bridge, waarbij het o.a. de vraag was wat de normale start was van Sch:AB82 Ha:98432 Rui:B Kl:T73 na het biedverloop links 1SA, jij 2Kl, rechts 3SA, allen passen. Je bent niet tegen wel, en 2Kl is voor de hoge kleuren. (In praktijk was de alert voor 2Kl te laat gekomen. De 3-SA-bieder had nu zijn doublet gecorrigeerd in 3SA, waardoor de uitkomer weet dat er achter hem zowel de hoge kleuren als een strafdoublet op Kl achter hem zit, ergo weinig Rui; Er werd rui-B gestart, wat volgens de 3SA-partij dus het gebruik maken van OI was). In zulke gevallen leg ik die vraag aan Joke’s scherpe verstand voor, zonder het doublet-verhaal, maar die lag nu op 1 oor. Ik ging naar bed.
Twee uur ‘s nachts. “Oma! Oma! Ik ben gestoken!”. Klaarwakker. Nu houdt Joke niet van halve maatregelen. Dus pakte ze gezwind de stofzuiger om het ongedierte te arresteren, waar na 5 minuten in het wildeweg zuigen maar op gehoopt werd. Iedereen was nu uiteraard klaar wakker. Ik legde haar het uitkomstprobleem voor. “Wat start je?”. Na ampele overweging zei ze “Ik denk Rui-B”. “Waarom?” “Sch valt af, daar geef je te snel iets weg. Ha zou kunnen, maar je wilt partner bereiken en zijn kleur vrijspelen, die kans is in Rui denkelijk groter”.
Uit de andere kamer: “Oma, als je nu vindt dat de nacht is om te slapen, waarom lig je dan te praten?”. “Dat vindt Oma niet, ze gaat meestal ‘s-nachts stofzuigen” (als jij er bent) probeerde ik nog. Geheel fout natuurlijk, want nu wilde ze haar Donald-Duck-boek lezen.
En ik bedacht dat er een merkwaardige analogie zit in de arbitrage en Erian’s wakkerblijven: “Van een mug wordt een olifant gemaakt.”.

Right through the pack

In dit boek krijgt elke kaart een hommage. Een van de leukste storys is die van h9, “an unloaded Pistol”.

Spel 8 / West / Niemand A B 9 6 2
A B 6
10 3
A 10 3
7 4 5
5 H V 10 8 7 2
V 9 8 6 B 5 4
8 7 6 5 4 2 V B 9
H V 10 8 3
9 4 3
A K 7 2
H

Zuid opende 1s en het bieden stopte pas bij 7s. Nadat West met 8 is uitgekomen zijn er 12 slagen te zien, maar waar moet de 13e vandaan komen?

Na H, A, H, A K, getroefd, met naar de hand en nogmaals getroefd blijft er dit over met Noord aan slag:

Spel 8 / West / Niemand B
A B 6
A 10
5 H V 8 7
7 6 5 4 2 V B
V 8 3
9 4 3

Zuid vraagt zich af of Oost de verdeling van de en over West en Zuid al kan kennen. Na A bekent West nog en is het antwoord : nee.

Zuid steekt over in troef en speelt zijn laatste troeven uit, waarbij hij in Noord zijn dumpt. Nu het plaatje vanuit Oost: Zuid heeft voor hem nog een , dus als in Noord de laatste wordt opgeruimd, kan Oost afstand doen van zijn laatste en hopen dat zijn partner 9 heeft. Dan valt het doek als Zuid met 9 komt. Schitterend!!