Flat op instorten

Het verbaast me dat het nog nergens op het nieuws is geweest, behalve in het plaatselijke sufferdje. Bij een routinecontrole op 31 januari kwamen ze erachter dat onze flat aan betonrot leed. Verbaast me op zich niet, ik hoorde af en toe raar, vreemd gekraak. In allerijl werd de flat gestut aan de galerijkant. Dit bericht verscheen er op 5 februari in Groot Vlaardingen:

= = = = =

Veiligheid van bewoners staat voorop

Betonproblemen op galerijvloeren

door Peter Spek

Woningcorporatie Waterweg Wonen neemt geen enkel risico, nu is gebleken dat er mankementen zijn aan de galerijvloeren van .de woningen aan de Zwaluwenlaan. “Vorige week kregen wij een verontrustend rapport onder ogen van een door ons aangesteld bureau dat onderzoek had gedaan naar de betonvloer van een galerij aan de Zwaluwenlaan ‘~ zegt Tessa Monster van Waterweg Wonen.

VLAARDINGEN – “Zes jaar geleden zijn de galerijvloeren gerenoveerd en voorzien van een nieuwe laag. Nu is gebleken dat door corrosie van de stalenconstructie in de galerijvloer de bovenlaag is losgelaten, terwijl wij een garantie van de aannemer hebben gekregen van vijftien jaar”, zegt Tessa Monster. Waterweg Wonen neemt geen enkel risico en gaat de galerijvloeren stempelen.
“Dit gaan wij niet alleen doen bij de galerijvloer waar het mankement is geconstateerd, maar alle vloeren zullen ondérsteund worden, daar zijn wij afgelopen maandag mee begonnen.” Tevens heeft Waterweg Wonen de bewoners advies gegeven geen zware spullen over de galerijen te vervoeren en niet met groepjes mensen vlakbij elkaar te staan op de galerij.
= = = = = =
Het “stempelen” is in mum van tijd uitgevoerd. We zijn nu 1 week verder.
Een paar foto’s:

Tsja, waar haal je in deze tijd even snel 260 sociale huurwoningen vandaan? (het gaat om 2 flats van elk 130 woningen)

Maar ik vraag me wel af hoe permanent deze noodoplossing wordt. Het ziet er zeer provisorisch uit en we leven nu met een gevoel van onveiligheid achter tralies:


</td

BTW: In de berichtgeving wordt gedaan alsof het aan de renovatie van 6 jaar geleden lag, maar de betonrot zit ook in het trappenhuis en aan de balkonkant. Voor de zekerheid hebben ze daar maar niet gekeken. Zelfs verhuizen zal moeilijk worden, met een verhuislift lukt niet meer en je mag niet met zware spullen over de galerij. Maar dan nog, waar moeten we heen? Onverteerbaar!

Dropkick Murphys in ZiggoDome (1 feb 2020)

Eerste 2 video’s zijn opgenomen met de telefoon, de derde met de DJI-pocket.
In het voorprogramma o.a. Frank Turner and the Sleeping Souls, ook niet mis:

De Dropkick Murphys is een groep van oorspronkelijk 7 leden (nu 8) uit Boston (USA) en is in 1996 opgericht. Ze hebben een geheel eigen stijl die het midden houdt tussen Ierse volksmuziek en hard rock, wat mede blijkt uit hun gebruikte instrumenten (o.a. banjo, doedelzak). Ik vind het sfeervolle muziek, zeker live! Hun bekendste nummers zijn “The boys are back”, “Blood” en “Rose Tattoo”, welk laatste nummer in de toegift gespeeld werd:

Opgenomen met de DJI-pocket:

Geweldige sfeer, geweldige avond, met dank aan Svend die me hierheen meenam!

(Goed) arbitreren is moeilijk

En dus gaat er wel eens een arbitrage de mist in. Toch gaat het zelden zo eenzijdig mis als in dit geval (zomeravondcompetitie Gisolf):

Het was het eerste spel in een setje van 4 (deeltafel). Systeemkaarten van beide partijen lagen op tafel, maar alleen Zuid had die van OW ingekeken, zodat Zuid dus wist dat OW Multi speelden, maar Noord wist dit niet. NZ spelen tegen een zwakke 2 Multi-defense, waarin 2 een transfer naar is, of een 2-kleuren spel /.
Tegen de Multi spelen NZ de (standaard) SF-verdediging (die op schrift gesteld stond op een apart blad), waarin 2SA alleen maar een transfer naar is. Een 2-volgbod is in de SF-verdediging een infodoublet OP en een 2-volbod is een infodoublet OP . Dat staat ook zo op het aparte blad.

Noord en Oost hebben onlangs samen de bridgecursus “Bridge in een flits” van Berry Westra gegeven. Daarin is 2 echt en zwak. NZ spelen dit ook, en Noord ging er na de non-alert van Oost van uit dat ook OW dit zo speelden.

De gebeurtenissen aan tafel:

Nu pas werd de arbiter geroepen. De eerste zin van Noord naar de geroepen arbiter was: “OW roepen de arbiter na illegale communicatie.” Hierop zei de arbiter bij het begin te willen beginnen. De gebeurtenissen tot en met het rondpassen op 4 werden verteld. West gaf aan bezwaar te maken tegen dat Noord zijn bod had veranderd, waarop Noord aangaf dat dit kwam omdat Oost niet gealerteerd had. Op de vraag hoe het dan kwam dat Noord zich dit bewust werd, was het antwoord dat dit kwam doordat Zuid om de verdediging (die op een apart blad stond) had gevraagd. {Het is toegestaan zo’n apart op schrift gestelde verdediging aan tafel te raadplegen – BSC-regeling 2017}. De arbiter was vervolgens van mening dat Noord zich ervan had moeten vergewissen of West-’s bod wel/geen Multi was {“Spelers dragen zelf verantwoordelijkheid voor een goede communicatie aan tafel. Ze kunnen zich bijvoorbeeld niet zonder meer beroepen op het ontbreken van een alert, of een nodeloos alert als ze desondanks weten wat de bieding betekent of als een alert ontbreekt in een biedsituatie waar een bijzondere of kunstmatige betekenis waarschijnlijk is.” – alerteerregeling 2009} en behandelde de arbitrage als zijnde een “wijziging bieding” (25B – waarbij 16C van toepassing is, en die de arbiter in staat stelt een arbitrale score toe te kennen).

Alhoewel de arbiter nooit duidelijk heeft gemaakt welke overtreding NZ nu precies hebben begaan {“verkeerde uitleg” kan het niet geweest zijn, er is zeer duidelijk uitgelegd dat Noord zowel met 2 als met 2SA lange aanduidde}, moet het welhaast de route van 25B => 16C zijn.

Arbiter beslist in eerste instantie: uitspelen. Uiteraard ging dit down (-6). Ruling arbiter achteraf: NZ gemiddelde min, OW 50%.

Deze beslissing is volkomen onbegrijpelijk.

Uiteraard had de arbiter meteen geroepen moeten worden na de non-alert op 2. Je kan vervolgens ook nog zeggen dat Zuid “illegaal” Noord inlicht over het feit dat OW de Multi spelen, maar in feite maakte die opmerking alleen maar Oost’s alerteerverzuim goed.

Niet-alerteren waar dat wel had gemoeten is een overtreding (zie 21B1a, en ook de alerteerregeling) met als gevolg de bepalingen in 40B3a, 40B5b, en de Multi is 100% alerteerbaar. Volgens 21B1a mag Noord dus zijn bod dan straffeloos vervangen. Het 2SA-bod is zelfs een vergelijkbare bieding (nauwer begrensd, zie art.23) maar dit hoeft volgens de Spr. dus niet eens. Er was dus helemaal geen overtreding door NZ maar juist door OW.

Maar bij deze arbiter werd de overtreding door OW een overtreding door NZ, volgens de toepassing van de interpretatie van de alerteerregeling. Dat is zeer merkwaardig, aangezien de Spr. (21B) echt boven de interpretatie van de alerteerregeling uitgaat.

Maar zelfs dan nog. Ok, laten we er even van uitgaan dat 25B van toepassing is. Omdat Oost de vervangende bieding heeft geaccepteerd, gaat het bieden en spelen gewoon verder en is hierna art. 11 van toepassing. In art. 11 staat expliciet dat de niet-overtredende partij de score behoudt die aan tafel werd behaald. OW behouden dus altijd hun 4-resultaat, zie ook WW139 blz. 3.

Ook kan er geen sprake van zijn van de route via 25B => 16C aangezien NZ nergens gebruik hebben gemaakt (gebruik hebben kunnen maken) van de informatie uit de ingetrokken handeling.

Nog steeds de route 25B => 11, nu NZ. De arbiter is bevoegd oorzakelijk voordeel weg te nemen (moet dit zelfs doen). Maar is hier sprake van OORZAKELIJK voordeel? De reden van de slechte score is de onbegrijpelijke pas van West op Oost-’s dwangbod van 4. Dat de kleur van NZ was is zeer duidelijk uitgelegd. Daarmee moet voor de volle 100% duidelijk zijn geweest dat het een dwangbod was. Dat Oost dit niet begreep (of wilde begrijpen en op de arbiter wilde leunen) heeft echt niets meer te maken met de onregelmatigheid/overtreding. Bijgevolg is er dus geen oorzakelijk verband tussen slechte score en overtreding.

Dàt overtreding en slechte score met elkaar in verband moeten staan (er moet oorzakelijk voor- en na-deel zijn) om een reden te hebben een arbitrale score toe te kennen, is op diverse plaatsen impliciet in de Spr. opgenomen.

Als allereerste in de strekking van de Spr.: “Herstellen van schade” houdt in zich al in dat er verband moet zijn, en duidt niet op gebeurtenissen die toevallig ook ooit eerder hebben plaatsgevonden.

Ook vinden we dit terug in 72C, een kapstokartikel waar de arbiter altijd op terug kan vallen als er een onregelmatigheid heeft plaatsgevonden die niet expliciet in de Spr. is geregeld [overigens is dit hier totaal niet aan de orde – wat er moet gebeuren na de onregelmatigheden “Bieden op onjuiste informatie” (21B) en “Wijzigen bieding” (25B) staat prima beschreven en de bepalingen zouden gewoon toegepast moeten en kunnen worden]. In 72C staat dat de arbiter het recht heeft een arbitrale score toe te kennen als de overtredende partij “voordeel heeft gehaald UIT de onregelmatigheid”. Er staat NIET “NA de onregelmatigheid”. Er moet, kortom, sprake zijn van oorzaak en gevolg. Zo niet, dan is 72C niet van toepassing. En indien de arbiter gebruik gemaakt heeft van 72C (wat in het onderhavige geval op zich onbekend is) dan zou ook de reden waarom gebruik gemaakt is van 72C bekend gemaakt moeten zijn. Maar àls de arbiter gebruik gemaakt heeft van 72C, dan had die uitleg wel gemoeten om de overtredende partij in staat te stellen tot de mogelijkheid van protest (art.83). Dit is nagelaten.

Dit geldt ook voor het andere kapstokartikel (84D) dat de arbiter in staat stelt de niet-overtredende partij schadeloos te stellen DOOR een onregelmatigheid. Hiet betekent “DOOR” ook oorzaak en gevolg, NIET volgordelijk in de tijd (want dat is het altijd). Dit artikel 84D verwijst naar 12, en in 12B1 staat nogmaals “DOOR” (“Er is schade als een niet-overtredendepartij een resultaat behaalt dat DOOR de overtreding slechter is dan het resultaat dat verwacht mocht worden als de overtreding niet had plaatsgevonden”). Ergo, het gaat in de Spr. om CONsequent voordeel, niet om SUBsequent voordeel.

Dat geldt ook voor een ander kapstokartikel 12A1. Als 12A1 van toepassing wordt verklaard [hier volkomen onduidelijk op grond van welke overtreding dat dan het geval zou moeten zijn; en indien er een “onbekende” overtreding is, dan zou de overtredende partij gelegenheid moeten krijgen tot protest (83)] dan wordt de arbitrale score via 12A2 => 12C2 geregeld. Maar dan is het niet-alerteren, wat oorzaak is van alles, in het geheel niet meegewogen in de arbitrale-score-bepaling! Zou je voor dit artikel gaan, me dunkt, dan wordt het G+ NZ en G- OW. Waarmee OW al veel te veel krijgen, want het behaalde bordresultaat heeft niets te maken met de overtreding. Ook staat in 12B2 dat de arbiter niet een arbitrale score mag toekennen uit de overweging dat de rechtzetting [of uiteraard ook de niet-rechtzetting, als de Spr. dit aangeven (25B1)] die in de Spr. is bepaald, onevenredig zwaar of voordelig is voor een partij.

Maar als de arbiter gebruik maakt van zijn recht volgens de kapstokartikelen 72C of 84D of 82B1 of 12A1 te handelen, dan moet hij volgens 83 de overtredende partij wijzen op de mogelijkheid tot protest. Dat is niet gebeurd en dus moeten we ervan uitgaan dat de arbiter niet een (of meer) van deze artikelen heeft gebruikt.

Samenvattend: de oorzaak voor het gebeuren ligt primair in het niet-alerteren van de Multi, een overtreding door OW. Na de non-alert heeft Noord het recht zijn bod straffeloos te vervangen (21B). Maar zelfs als je vindt dat je de onregelmatigheid moet afhandelen via 25B, dan nog moet OW sowieso zijn behaalde tafelresultaat behouden (25B1- bieding is geaccepteerd en 11). En omdat er geen oorzakelijk verband is tussen behaalde score en onregelmatigheid is er ook geen reden voor een arbitrale score voor NZ.

Mijn opinie: Arbiters dienen open-minded te zijn. Deze arbiter heeft niet heeft willen luisteren naar de argumenten van Noord, die steeds in de rede werd gevallen als hij feiten wilde aandragen en toen Noord op enig moment zei dat hij toch ook wel iets van de Spr. afwist, toen werd de arbiter pas “echt kwaad”. Omdat geëmotioneerde mensen niet bevattelijk zijn voor inhoudelijke argumenten en Noord de zaak niet op de spits wilde drijven, beperkte Noord zich tot het belangrijkste inhoudelijke argument, de strekking van de Spelregels. Ook die argumentatie werd genegeerd. De arbiter heeft overal waar een afslag in het voordeel van OW genomen kon worden, dit dan ook gedaan (en ook daar waar het eigenlijk niet kon – zie 11). Een dergelijke eenzijdige opstelling van de arbiter zie je gelukkig zelden en het is gissen naar de [intrigerende] reden hiervoor.

Dat is natuurlijk geen goed arbitreren. Maar iedereen kan fouten maken.

PS1. Door West is er herhaaldelijk beweerd dat het 2-bod in de SF-verdediging zou betekenen. Dat is niet zo (NZ speelt de standaard-variant van de SF-verdediging tegen de Multi) en de bewering is puur gebaseerd op verkeerd lezen. Er staat dat 2 een infodoublet OP inhoudt, NIET MET , zoals beweerd. Maar omdat de SF-verdediging tegen een zwakke 2 niet van toepassing is, voelde ik (Noord) me niet geroepen me te moeten verdedigen tegen zoveel onzin: het verkeerd lezen van iets wat niet van toepassing is.

PS2. “Rechten voorbehouden” om de WL mogelijk op later tijdstip te ontbieden (16B2) doe je om vast te stellen dat mogelijk OI is overgedragen. Hier is overigens duidelijk niet sprake geweest van OI/gebruik-making van OI, aangezien 2 tegen een zwakke 2 en 2SA tegen een Multi precies dezelfde boodschap inhouden: een transfer naar 3 . Indien er wel een overtreding van 16C2 zou zijn geweest [en niet eerder] moet de arbiter een arbitrale score toekennen volgens 16C3.  Overigens benoemen we tegenwoordig die eventueel overgedragen OI meteen als daar sprake is, bijv. “Bent u het er mee eens dat er een denkpauze is geweest?”, want achteraf de WL roepen, dat recht heb je altijd, terwijl het er om gaat dat beide partijen het eens zijn over wat er heeft plaatsgevonden, daar moet overeenstemming over zijn. “Rechten voorbehouden” is geen manier om achteraf art.11 buiten werking te stellen voor een specifieke, in de Spr. beschreven overtreding, want dan moet de WL meteen geroepen worden, die dan een specifieke rechtzetting toepast. Zou dan hier naar het oordeel van de WL sprake geweest zijn van een wijziging bieding, dan had de arbiter partijen op dat moment de toepasselijke keuzes kunnen voorleggen. Als Oost dan 2SA geaccepteerd had met “Dbl” zoals nu, dan hadden OW geen verhaal gehad. “Rechten voorbehouden” in geval van specifieke overtredingen bestaat niet meer in de Spr. juist omdat de niet-overtredende partij dan latere grove fouten (zoals hier de pas op 4) die dan niet via de arbiter goed kan proberen te maken. Achteraf lucratief leunen op de arbiter is niet in overeenstemming met de strekking van de Spr., en is via 11 en 12C1eii niet mogelijk. Echter is in deze arbitrage ook 12C1eii niet toegepast.

Wetenschappelijk bewijs

Je hebt kleine leugenaars, grote leugenaars, je hebt Trump en je hebt statistieken. 

Met cijfers kan je maar wat aanrommelen zodat je de toehoorder op het verkeerde been kan zetten. De meest bekende methode is Simpson’s paradox:

Maar het kan veel sophisticater. De volgende video laat zien dat er aan de bewijskracht van de meeste onderzoeken zou moeten worden getwijfeld, ondanks dat veel onderzoeken wellicht toch de juiste conclusie trekken:

Het hangt er dus vanaf bij welke p-waarde je de aangevoerde onderzoeksresultaten nog accepteert als bewijs. Naarmate een onderzoeksresultaat moeilijker te verkrijgen is, en daarmee het onderzoek dus ook moeilijker te controleren, cq. te herhalen is, wordt het gemakkelijker beweringen te doen. Gevoelsmatig zijn tegenwoordig Reclameuitingen ongeveer per definitie leugens als erbij staat dat het “wetenschappelijk is aangetoond”. (Maar dat zou ik weer moeten aantonen met onderzoek.). Ondertussen wordt “de wetenschap” wel in diskrediet gebracht.

Je zou ervoor kunnen pleiten dat de overheid via een onderzoeksintituut als TNO of door subsidie te verlenen aan iets als KEMA-keur om dergelijke reclameuitingen te laten controleren, wat hoge eisen zou stellen aan het ethisch gehalte van de top van zo’n TNO/KEMA-instituut, maar om deze trent tegen te gaan en de naam van “de wetenschap” te redden stel ik voor om een hoge financiële boete te zetten op niet-herhaalbare “wetenschappelijke” onderzoeken. Een instituut die dergelijke reclameuitingen controleert zou in deze tijd vanuit die boetes zichzelf moeten kunnen bedruipen, zelfs als een aanzienlijk deel van die boetes gereserveerd zou (moeten) worden voor rechtszaken.

3X het Grosvenor Gambiet

Maar weinig mensen weten wat het Grosvenor Gambiet is. De term “Gambiet” stamt van het schaken en betekent zoiets als “beentje lichten”. Je geeft een pion weg die je later met rente hoopt terug te krijgen. Philip Grosvenor heeft het Gambiet in het bridge geïntroduceerd. Het verhaal van Grosvenor is komisch beschreven door Frederick B. Turner in de “Bridge World” van juni 1973. Recent heb ik dit artikel in het Nederlands vertaald. Voor wie het lezen wil: https://kavdw.nl/wp-constant/uploads/2018/05/Het_Grosvenor_Gambiet_V10.pdf .

Het principe van het Grosvenor Gambiet is dat je een slag die je kan nemen niet neemt, of een slag weggeeft die je niet weg had hoeven te geven. De tegenpartij leest de kaarten [verkeerd] en gaat uit van een ander zitsel dan het actuele, waarna je de weggegeven slag weer terug krijgt. De rente is de geschapen verwarring.

Ondanks dat maar weinig mensen het gambiet onder die naam kennen komt het Grosvenor Gambiet op mijn niveau toch veelvuldig voor als je er maar oog voor hebt. Zie spel 20 van onze eerste tafel, waarbij Winny Severien als West 3  speelt tegen Vashish Sukul (Noord).

Na 3 voor A en 2 voor H speelde Winnie een kleine  naar V die mocht houden (!). Winnie plaatste H nu in Zuid en nam de snit naar Noord die verloor. Nu hebben in deze situatie NZ het altijd verkeerd gedaan zodat vanuit West nauwelijks te zeggen valt wat de juiste speelwijze had moeten wezen. Maar de slag kwam terug, dus goed gedaan Vashish!

In spel 23 speelde ik als Noord 2 tegen Arianne van Eck (West) en Jaap Roos (Oost).

Na de uitkomst van B voor het A,  voor de H en  getroefd,  voor het Aas en A speelde Arianne 6 (!) na die via de V en H voor het Aas was. Na  getroefd en een hoge  voor de H maakte Arianne  het plaatje compleet door 2 (!!) na te spelen.
Ik had het lef niet om hem naar 9 te laten lopen. Goed gedaan Arianne!

Toch is het altijd uitkijken geblazen met zo’n gambiet en vooral tegen wie je het speelt. In de laatste ronde speelden we als NZ 4 tegen te spelen door Jan Peter Leentfaar op de Oostplaats.

Het was de laatste tafel en gedurende de avond had ik Winny al het een en ander verteld over het Grosvenor Gambiet. Winny kwam uit met 7 , in de dummy werd een kleintje gelegd en ik zag dat ik een Gambiet had, dat ik na ampele overweging toch niet durfde uit te voeren (eerst 10) omdat de leider gemakkelijk een 6-kaart  kon hebben. Toen partner later toch een doubleton  gehad bleek te hebben sprak ik mijn spijt hierover uit tegen Winny. Dat was niet besteed aan Jan Peter. “Kees, wat zeur je nou, als je eerst 10 speelt valt je H later toch gewoon onder het Aas?”.