KAVDW.NL waarschuwt voor in berichtgeving bij NU.NL

Op NU.NL valt bij het kopje internet het volgende te lezen:

=====

Microsoft waarschuwt voor lek in browsers
AMSTERDAM – Microsoft waarschuwt voor een lek in de versies 6, 7 en 8 van Internet Explorer (IE)
Dat staat op de site van het bedrijf.
Het lek is inmiddels gedicht, maar er zouden nog steeds mensen kunnen zijn die misbruik van maken van de kwetsbaarheid van het systeem. [Comment: Als er nog mensen zijn die misbruik kunnen maken van het systeem, dan is het lek NIET gedicht] De IE-versies 9 en 10 hebben geen last van de problemen.
De kwetsbaarheid is onstaan door de manier waarom IE onderwerpen in het geheugen benadert die zijn verwijderd of verkeerd gealloceerd zijn. Via een speciale site kunnen kwaadwillenden inbreken in het geheugen van de browser. [Comment: Wat!? Dus alleen de aanwezigheid van een site op het web is al voldoende? Of moet er toch nog iets meer gebeuren?]
Microsoft voert momenteel onderzoek uit om het probleem te analyseren. Op basis daarvan zal het IE-gebruikers adviseren over goede bescherming. [Comment: Dus Microsoft vindt zelf ook dat het lek niet is gedicht]

=====

NU.NL zou nauwkeuriger moeten formuleren. Zoals het er staat roept het bericht meer vragen op dan het beantwoord. Zie voor het originele bericht: http://www.nu.nl/internet/2993357/microsoft-waarschuwt-lek-in-browsers.html

Definitie spoorwegmaatschappij

In de communicatie is een belangrijke reden van misverstand dat aan een gemeenschappelijk begrepen woord verschillende referentiekaders bij de communicerenden horen. Men blijkt uren met elkaar te praten maar op een gegeven moment toch elk een andere uitleg te geven aan bijv. een ligplaats, een ETA, of een reis.

Het is daarom van groot belang de onderling (veel) gebruikte begrippen scherp te definiëren. Neem een begrip als “Belminuut”. Enkele piketpaaltjes in deze zijn: “Wanneer begint het tellen?”, “Wanneer eindigt het tellen?”, “Wordt er afgerond, zo ja hoe?”, “Wanneer wordt je gefactureerd, als beller of als gebelde of als beide?”, “Gaat het tellen altijd naar tijdseenheid of gaat het tellen in het buitenland anders en gaat het tellen dan dubbel, driedubbel etc.?”, “Is het begrip belminuut bij alle providers hetzelfde?”, “Hoe lang duurt een Belminuut?”. (Dat die laatste vraag ook niet gek is, weten automobilisten; een parkeer-uur in een parkeergarage duurt meestal maar 45 minuten).

Het begrip “Belminuut” is geïntroduceerd door de providers. Door het woord “minuut” in “Belminuut” te gebruiken zetten de providers zeker 80% van hun potentiële klanten bij voorbaat op het verkeerde been, omdat de meeste mensen ervan uitgaan dat een minuut 60 seconden is. Dit “op het verkeerde been zetten” is opzettelijk gegaan. Want de providers hadden het begrip ook (en met veel meer recht van spreken) “Bel-eenheid” kunnen noemen. Maar dan had iedereen zich meteen afgevraagd: “Wat is dat, een “Bel-eenheid”?”.

Het inzicht dat gemeenschappelijk gebruikte (zeker nieuwe) termen een nauw begrensde definitie nodig hebben, leidde omstreeks 1870 tot de volgende definitie van een spoorwegmaatschappij (toen een nieuw begrip) door een duits jurist, voor het gemak van de lezer vertaald:

“Een spoorwegmaatschappij is een onderneming bestemd voor het herhaaldelijk vervoer van personen of goederen over niet zeer kleine afstanden over metalen banen, welke door hun samenstelling, constructie en gladheid moeten dienen om het vervoer van grote gewichten respectievelijk het bereiken van een betrekkelijk grote snelheid van de beweging tijdens het transport mogelijk te maken, en welke door deze eigenschap in verband met de bovendien ter verkrijging van de beweging tijdens het vervoer gebruikte natuurkrachten (stoom, elektriciteit, dierlijke of menselijke spierbewegingen, evenals bij een hellend baanvlak het eigen gewicht van de vervoersmiddelen en hun lading, enzovoort) bij het bedrijf van de onderneming hierop in staat zijn tot het verrichten van betrekkelijk zeer grote (al naar gelang de omstandigheden slechts in beperkte mate nuttige, ofwel de dood van mensen veroorzakende en de menselijke gezondheid schadende) prestaties.”.

Een definitie was in het verleden “per definitie” één enkele zin. En een zin wordt begrensd door een afsluitende punt. (voor het modernere inzicht: klik op de link, en zie dat er in de tegenwoordige opvatting zelfs meerdere soorten definities kunnen bestaan; wat m.i. een paskwil is, trouwens.)

Ik vind er wat voor te zeggen om in de wet de verplichting op te nemen dat als een leverancier een nieuw begrip introduceert, bijv. een “Beter-wonen Hypotheek”, een “abonnement voor de helft van de prijs”, of een “Alleen grote letters-verzekering” in de advertentie of reclame ALLE tariefsafhankelijke informatie van het begrip op te nemen en/of nader te definiëren zolang het begrip niet in het groene boekje staat.

Het schrift beschreven

In een van de boeken van Robert van Gulik over de oud-chinese rechter Tie spreekt een van de trouwste helpers van Tie, Ma Yoeng, met een Arabier: “Zo, dus jullie kunnen óók schrijven. Hoeveel tekens hebben jullie?”. De Arabier antwoordde minzaam: “26 tekens.”. Ma Yoeng begreep er niets van: “Hebben jullie dan maar zo weinig gedachten en gevoelens om uit te drukken?”.

In Europa is de Arabische letter(klank-)systematiek, welke t.o.v. het Chinese en oud-Egyptische spijkerschrift veel eenvoudiger is, al vroeg overgenomen, maar doordat het dupliceren van de (weinige) boeken geschiedde d.m.v. overschrijven in het (Gothische) schrift was lezen en schrijven nog allerminst eenvoudig.

Met de komst van de boekdrukkunst ontstond de behoefte aan een eenvoudiger letter. Om de letters nog enigszins te laten lijken op het geschreven schrift, ontstonden de drukletters met schreef. Een schreef is een verdikking aan het uiteinde van de letter, zoals bij Century Schoolbook. De vroegste exponent van dit soort letters was de Garamond, ook tegenwoordig nog populair. Enkele andere voorbeelden van lettertypen met schreef zijn Bodoni, Times, Elite, en Courier, waarvan elk ook cursieve of italic en vette varianten bestaan.

In Zwitserland, welk land is opgedeeld in maar liefst 4 taalgebieden (frans, duits, italiaans en reto-romaans), ontstond de behoefte om in ieder geval nog hetzelfde lettertype te gebruiken, zodat er nog in enigerlei mate een standaard was aan te leggen. En zo ontstond Helvetica, een letter zonder schreef. Univers condensed, Swiss, en wat dies meer zij, zijn daar pendanten van.

Met de toenemende internationalisering van de maatschappij is het bedrijfsleven geneigd deze Zwitserse standaard over te nemen. Veel meer dan vroeger zijn in reclameborden en briefhoofden de namen van bedrijven gedrukt in het Universele of Helvetica lettertype. U moet maar eens op reclames letten, alleen als het bedrijf een sfeer van ambachtelijke degelijkheid wil uitstralen, gebaseerd op oude traditie enzo, zoals bijv. Grolsch, wordt nog een letter met schreef gebruikt, anders wordt een schreefloze letter als huisstijl voorgeschreven.

Het gevolg hiervan is dat, indien de reclamemakers zich houden aan deze randvoorwaarde, ze minder creatieve ruimte hebben om iets bijzonders voor het bedrijf in kwestie te doen. Men kan zich dan eigenlijk alleen door het gebruik van kleur en pictogrammen van de concurrentie onderscheiden. Een recent voorbeeld is het groengele pictogram van Dè Bank, maar U kunt zelf een waarschijnlijk schier eindeloze reeks voorbeelden bedenken.

Schakers lopen in deze ontwikkeling gek genoeg voorop. De servische halfjaarlijkse Informator gebruikt al sinds 1967 symbooltjes om in het kort kommentaar te kunnen geven op het gebeurde in de schaakpartij middels de figurinenotatie. Zo staat bijv. ± voor voordeel voor wit, # voor mat, en O voor de beheersing van meer ruimte, om maar een paar minder bekende te noemen.

Het steeds grotere aantal pictogrammen (oftewel spijkerschrift) leidde in het oude Babylon tot de spreekwoordelijke spraakverwarring. Men ging aan dezelfde symbolen verschillende betekenissen toekennen. De vraag rijst nu: “Zal de geschiedenis zich herhalen?”.

Snippers, omkeringen en zelftoepassingen

Als kind verbaasde ik me er altijd over dat indien je ‘s-avonds je kleren uittrok, je ze de volgende ochtend weer in de goede volgorde aan kon trekken, maar als je bij de supermarkt een boodschap deed en je fiets vooraan zette, de fiets bij het terugkomen achteraan bleek te staan.

Als ouder verbaasde ik me erover dat indien mensen een hond aanschaffen, één van de eerste dingen die ze een hond leren het rapporteren is, terwijl ook een baby buitengewoon snel door heeft hoe hij zijn ouders de kunst van het rapporteren moet bijbrengen.

Deze week kreeg ik een griepprik. Eigenlijk is het een anti-griepprik omdat we hopen dat we daardoor juist geen griep krijgen (net zoals een zonnebril eigenlijk een anti-zon-ne-bril is). Maar goed, de naam griepprik is toch goed gekozen. Immers, de injectie bevat verzwakte/dode virussen. Het lichaam maakt dan anti-stoffen aan, waardoor je je toch een beetje ziek voelt. Je krijgt er dus toch een beetje griep van.

Een zelftoepassing: De kreet “Alles met mate” is in strijd met zichzelf. Immers, de inhoud “Alles” omvat immers ook de bewering “Alles met mate”. Maar als je “Alles met mate” op zichzelf toepast, krijg je een onware bewering. Dat lijkt een beetje op de uitspraak: “De cursus ‘Hoe om te gaan met teleurstellingen’ gaat helaas niet door.”.

Waar een wil is, is een weg, maar waar geen wil is ben ik weg.

Geef een definitie van het woord definitie. (Een van de randvoorwaarden is dat je in het gedefiniëerde begrip geen omschrijving mag gebruiken van termen die al in het te omschrijven begrip zelf aanwezig zijn.).

Een correlatie is nog geen bewijs. Want wat is oorzaak, wat is gevolg, of zijn beide samenhangende zaken samen oorzaak of samen gevolg van iets anders? In vrijwel alle persberichten wordt deze vraag niet gesteld.

Een PC is voornamelijk handig voor het oplossen van problemen die je niet gehad zou hebben als je geen PC zou hebben gehad.

Gezondheid is niet alles, maar alles is niets zonder gezondheid.

Goed communiceren is zo dicht mogelijk langs elkaar heen praten.

Als ik gemekker wil horen koop ik wel een geit

Hersens zijn zo mooi. Je zou wensen dat iedereen ze had.

Je bent pas oud als je nek vaker stijf is dan je lul

Ik ben op een leeftijd gekomen dat ik eerst mijn kunstgebit en gehoorapparaat moet indoen om te kunnen vragen waar mijn bril ligt want dat ben ik vergeten

Is de communicatie slecht binnen dit bedrijf? Waarom weet ik daar niets van?

Je moet de mening van de meerderheid niet verwarren met de waarheid

Wie wil zoekt een mogelijkheid, wie niet wil zoekt een reden

Geduld is een schone zaak, maar je moet er wel de tijd voor hebben

Niemand is nutteloos. Je kunt altijd nog dienen als slecht voorbeeld

Liever een 6 zonder stress dan een 7 zonder leven

Natuurlijk praat ik soms tegen mezelf. In die gevallen heb ik hulp van een expert nodig.

De cursus: “hoe om te gaan met teleurstellingen” gaat helaas niet door.

Vroeger was alles beter, gisteren was het bijv. nog weekend.

Je kunt beter struikelen op de goede weg dan wandelen op de verkeerde weg.

Een simpele Ja/Nee vraag

“Daar kunt u toch gewoon met ja of nee op antwoorden?” Ferry Mengele probeerde het nog een keer. Jan Peter Balkenende keek hem diep aan en antwoordde “Maar dat is de vraag niet!”.

Hoeveel antwoorden zijn er mogelijk op een simpele ja/nee-vraag? Sluit je ogen en bedenk een aantal. Open je ogen nu. Als je denkt dat er 2 mogelijkheden zijn, dan moet je beslist verder lezen.

Om te beginnen kan om allerlei redenen de vraag niet overkomen. De vraag kan niet verstaan of niet  begrepen worden. Als de vraag zelf over dit deel van het communicatieproces gaat wordt de vraag zelfs hilarisch: “Horen jullie me daar achter in de zaal?”.

Een ja/nee-vraag is een gesloten, multiple-choicevraag die door de formulering slechts een tweetal mogelijke antwoorden toestaat. Multiple-choice vragen kunnen echter onzuiver gesteld zijn (en zijn dat meestal ook). Er kunnen andere, niet in de vraag besloten mogelijkheden bestaan. De vraag “Sla je je vrouw nog steeds?” is een voorbeeld van zo’n onzuivere vraag. Er wordt in de vraag immers voorbijgegaan aan de mogelijkheid dat er überhaupt nooit geslagen is.

De vraag kan ook geen antwoord hebben. “De kapper van het dorp (inwoner van het dorp) scheert alle mannen uit het dorp die zichzelf niet scheren. Scheert de kapper zichzelf nu wel of niet?” De vraag is onzuiver omdat de kapper als verzameling element is van zichzelf (Russellparadox). Zo’n vraag is principieel onbeantwoordbaar.

Er zijn vragen die zuiver gesteld zijn, maar waarop je het antwoord niet kent. De vraag “Regent het nu in Madrid?” is zuiver gesteld en kent zeer zeker een ja/nee-antwoord in alle situaties, maar de vraag is niet te beantwoorden tenzij er net op de Spaanse buienradar is gekeken. (Het wordt natuurlijk lastig als je het antwoord wel zou moeten kennen. “Ben je gisteren dronken geweest? Ja/nee”.)

Verder kan het zijn dat je de vraag impertinent vindt en het antwoord niet wil geven. “Klopt het dat 1234 je pincode is?” is een voorbeeld van zo’n vraag. Het antwoord “Dat gaat je niet aan” komt in de dagelijkse omgang al onbeleefd over en kan daarom voor de camera door politici zeker niet worden gegeven. Zelfs het eerlijke antwoord “Dat willen we nu nog niet openbaar maken” is als reactie niet mogelijk omdat daar onmiddellijk de vraag “Waarom niet” op zal volgen. Daarom gaan politici in de tegenaanval.

Natuurlijk gelden veel van deze zaken ook voor open vragen, maar gesloten vragen laten geen reactie op de vraag zelf toe doordat het aantal antwoorden bij voorbaat wordt gelimiteerd. Met “Is het “ja” of “nee”” zet je iemand het mes op de keel, en wordt er bij voorbaat uitgegaan dat de vraag gehoord is, begrepen is, zuiver gesteld is, het antwoord bekend is, en het antwoord gegeven wil worden. Een open vraag laat van nature meer reacties toe, waaronder ook: “niet verstaan”, “niet begrepen”, “niet van toepassing”, “onbeantwoordbaar”, “onbekend”, en “gaat je niet aan”.

Gesloten vragen leiden altijd tot problemen. Op de vraag “Wil je koffie of thee?” is het antwoord “ja” correct maar weinig verhelderend. Ander voorbeeld. Na de maaltijd geeft Bas zijn kinderen de keuze. “Een appel of bakje yoghurt?”. Nadat de kinderen gekozen hebben zegt Bas “Mooi, dan neem ik een ijsje met slagroom”.

Bij bridge mag naar de betekenis van biedingen gevraagd worden. Stel, het bieden gaat
1Kl [alert]. “Is dat een doubleton?” “Dat is te zeggen, uh..” “Bespaar me je uitgebreide uitleg, kan dat een doubleton zijn ja of nee?” “Ja”. Later blijkt dat de 1Kl-hand een renonce had. “Arbiter! Hij zei dat het een doubleton kon zijn, maar het is een renonce!” De arbiter controleert de bewering bij tegenpartij: “Is dat waar?” Antwoord: “Hij vroeg OF het een doubleton kon zijn, en dat is zo”.

Aan bovenstaand lijstje kan dus nog een mogelijkheid worden toegevoegd: de vragensteller zelf kan [de consequenties van] het antwoord op zijn [gesloten] vraag niet begrijpen. Begrijpt U?

Kees van der Weijden.