Nogmaals verkrachte berichtgeving nu.nl

Zie http://www.nu.nl/wetenschap/3625294/genetisch-gemodificeerde-mais-eindelijk-europese-markt.html

Alleen de titel al, deze is nogal tendentieus. Alsof we dat met zijn allen willen. Niet dus.

Echter, er staat:
“De nieuwe genetisch gemodificeerde mais heeft een resistentie ingebouwd tegen de maisboorder, een motvlinder wiens rups grote schade aanricht aan maïsplanten.”

Die formulering is duister. Hoe kan een plant nu resistent zijn tegen opeten? Dus hoe DuPont het doet is me niet recht duidelijk (en wordt me ook niet duidelijk na lezing van het nu.nl-artikel), maar in de VS heb je iets dergelijks met de gemodificeerde mais van Monsanto.

Er is een bestrijdingsmiddel (round-up) van de firma Monsanto en gemodificeerde mais (ook van Monsanto, dat trouwens ook leverancier van het in Vietnam gebruikte ontbladeringsmiddel Agent-orange was). De gemodificeerde mais kan wel tegen dit bestrijdingsmiddel (in tegenstelling tot niet-gemodificeerde maïsvarianten). “Kan tegen” wil in dit verband zeggen dat de mais er niet dood van gaat. Alle andere leven (insecten bijv.) gaan wel dood van round-up. De boeren kunnen zo de productie verhogen door grote hoeveelheden round-up op de mais te spuiten, en dat gebeurt dan ook.

De meeropbrengst van de oogst komt uiteindelijk echter niet ten goede aan de boeren (want de productiekosten dalen weliswaar, maar dat geldt voor alle boeren dus de marktprijs daalt ook). De producenten van maisgerelateerde producten verlagen hun prijzen ook niet (zoals de patatprijs ooit wel omhoog ging na een aardappelschaarste, maar daarna is de patatprijs nooit meer gedaald, ondanks overproductie van aardappelen in sommige seizoenen), dus de consument wint ook niets. De enige die erbij wint (en dubbel) is de fabrikant van het bestrijdingsmiddel en de fabrikant van de gemodificeerde mais.

Wat de effecten zijn van de gemodificeerde mais (en de niet-afgespoelde resten van het bestrijdingsmiddel die in het voedsel terechtkomen) voor de volksgezondheid is onbekend. Maar als er een negatief effect is, dan gaat Monsanto/DuPont dat zeker niet betalen. Die negatieve effecten (als die er zijn) betaalt de consument via een verhoging van de zorgpremie.

KAVDW.NL waarschuwt voor in berichtgeving bij NU.NL

Op NU.NL valt bij het kopje internet het volgende te lezen:

=====

Microsoft waarschuwt voor lek in browsers
AMSTERDAM – Microsoft waarschuwt voor een lek in de versies 6, 7 en 8 van Internet Explorer (IE)
Dat staat op de site van het bedrijf.
Het lek is inmiddels gedicht, maar er zouden nog steeds mensen kunnen zijn die misbruik van maken van de kwetsbaarheid van het systeem. [Comment: Als er nog mensen zijn die misbruik kunnen maken van het systeem, dan is het lek NIET gedicht] De IE-versies 9 en 10 hebben geen last van de problemen.
De kwetsbaarheid is onstaan door de manier waarom IE onderwerpen in het geheugen benadert die zijn verwijderd of verkeerd gealloceerd zijn. Via een speciale site kunnen kwaadwillenden inbreken in het geheugen van de browser. [Comment: Wat!? Dus alleen de aanwezigheid van een site op het web is al voldoende? Of moet er toch nog iets meer gebeuren?]
Microsoft voert momenteel onderzoek uit om het probleem te analyseren. Op basis daarvan zal het IE-gebruikers adviseren over goede bescherming. [Comment: Dus Microsoft vindt zelf ook dat het lek niet is gedicht]

=====

NU.NL zou nauwkeuriger moeten formuleren. Zoals het er staat roept het bericht meer vragen op dan het beantwoord. Zie voor het originele bericht: http://www.nu.nl/internet/2993357/microsoft-waarschuwt-lek-in-browsers.html

Definitie spoorwegmaatschappij

In de communicatie is een belangrijke reden van misverstand dat aan een gemeenschappelijk begrepen woord verschillende referentiekaders bij de communicerenden horen. Men blijkt uren met elkaar te praten maar op een gegeven moment toch elk een andere uitleg te geven aan bijv. een ligplaats, een ETA, of een reis.

Het is daarom van groot belang de onderling (veel) gebruikte begrippen scherp te definiëren. Neem een begrip als “Belminuut”. Enkele piketpaaltjes in deze zijn: “Wanneer begint het tellen?”, “Wanneer eindigt het tellen?”, “Wordt er afgerond, zo ja hoe?”, “Wanneer wordt je gefactureerd, als beller of als gebelde of als beide?”, “Gaat het tellen altijd naar tijdseenheid of gaat het tellen in het buitenland anders en gaat het tellen dan dubbel, driedubbel etc.?”, “Is het begrip belminuut bij alle providers hetzelfde?”, “Hoe lang duurt een Belminuut?”. (Dat die laatste vraag ook niet gek is, weten automobilisten; een parkeer-uur in een parkeergarage duurt meestal maar 45 minuten).

Het begrip “Belminuut” is geïntroduceerd door de providers. Door het woord “minuut” in “Belminuut” te gebruiken zetten de providers zeker 80% van hun potentiële klanten bij voorbaat op het verkeerde been, omdat de meeste mensen ervan uitgaan dat een minuut 60 seconden is. Dit “op het verkeerde been zetten” is opzettelijk gegaan. Want de providers hadden het begrip ook (en met veel meer recht van spreken) “Bel-eenheid” kunnen noemen. Maar dan had iedereen zich meteen afgevraagd: “Wat is dat, een “Bel-eenheid”?”.

Het inzicht dat gemeenschappelijk gebruikte (zeker nieuwe) termen een nauw begrensde definitie nodig hebben, leidde omstreeks 1870 tot de volgende definitie van een spoorwegmaatschappij (toen een nieuw begrip) door een duits jurist, voor het gemak van de lezer vertaald:

“Een spoorwegmaatschappij is een onderneming bestemd voor het herhaaldelijk vervoer van personen of goederen over niet zeer kleine afstanden over metalen banen, welke door hun samenstelling, constructie en gladheid moeten dienen om het vervoer van grote gewichten respectievelijk het bereiken van een betrekkelijk grote snelheid van de beweging tijdens het transport mogelijk te maken, en welke door deze eigenschap in verband met de bovendien ter verkrijging van de beweging tijdens het vervoer gebruikte natuurkrachten (stoom, elektriciteit, dierlijke of menselijke spierbewegingen, evenals bij een hellend baanvlak het eigen gewicht van de vervoersmiddelen en hun lading, enzovoort) bij het bedrijf van de onderneming hierop in staat zijn tot het verrichten van betrekkelijk zeer grote (al naar gelang de omstandigheden slechts in beperkte mate nuttige, ofwel de dood van mensen veroorzakende en de menselijke gezondheid schadende) prestaties.”.

Een definitie was in het verleden “per definitie” één enkele zin. En een zin wordt begrensd door een afsluitende punt. (voor het modernere inzicht: klik op de link, en zie dat er in de tegenwoordige opvatting zelfs meerdere soorten definities kunnen bestaan; wat m.i. een paskwil is, trouwens.)

Ik vind er wat voor te zeggen om in de wet de verplichting op te nemen dat als een leverancier een nieuw begrip introduceert, bijv. een “Beter-wonen Hypotheek”, een “abonnement voor de helft van de prijs”, of een “Alleen grote letters-verzekering” in de advertentie of reclame ALLE tariefsafhankelijke informatie van het begrip op te nemen en/of nader te definiëren zolang het begrip niet in het groene boekje staat.

Het schrift beschreven

In een van de boeken van Robert van Gulik over de oud-chinese rechter Tie spreekt een van de trouwste helpers van Tie, Ma Yoeng, met een Arabier: “Zo, dus jullie kunnen óók schrijven. Hoeveel tekens hebben jullie?”. De Arabier antwoordde minzaam: “26 tekens.”. Ma Yoeng begreep er niets van: “Hebben jullie dan maar zo weinig gedachten en gevoelens om uit te drukken?”.

In Europa is de Arabische letter(klank-)systematiek, welke t.o.v. het Chinese en oud-Egyptische spijkerschrift veel eenvoudiger is, al vroeg overgenomen, maar doordat het dupliceren van de (weinige) boeken geschiedde d.m.v. overschrijven in het (Gothische) schrift was lezen en schrijven nog allerminst eenvoudig.

Met de komst van de boekdrukkunst ontstond de behoefte aan een eenvoudiger letter. Om de letters nog enigszins te laten lijken op het geschreven schrift, ontstonden de drukletters met schreef. Een schreef is een verdikking aan het uiteinde van de letter, zoals bij Century Schoolbook. De vroegste exponent van dit soort letters was de Garamond, ook tegenwoordig nog populair. Enkele andere voorbeelden van lettertypen met schreef zijn Bodoni, Times, Elite, en Courier, waarvan elk ook cursieve of italic en vette varianten bestaan.

In Zwitserland, welk land is opgedeeld in maar liefst 4 taalgebieden (frans, duits, italiaans en reto-romaans), ontstond de behoefte om in ieder geval nog hetzelfde lettertype te gebruiken, zodat er nog in enigerlei mate een standaard was aan te leggen. En zo ontstond Helvetica, een letter zonder schreef. Univers condensed, Swiss, en wat dies meer zij, zijn daar pendanten van.

Met de toenemende internationalisering van de maatschappij is het bedrijfsleven geneigd deze Zwitserse standaard over te nemen. Veel meer dan vroeger zijn in reclameborden en briefhoofden de namen van bedrijven gedrukt in het Universele of Helvetica lettertype. U moet maar eens op reclames letten, alleen als het bedrijf een sfeer van ambachtelijke degelijkheid wil uitstralen, gebaseerd op oude traditie enzo, zoals bijv. Grolsch, wordt nog een letter met schreef gebruikt, anders wordt een schreefloze letter als huisstijl voorgeschreven.

Het gevolg hiervan is dat, indien de reclamemakers zich houden aan deze randvoorwaarde, ze minder creatieve ruimte hebben om iets bijzonders voor het bedrijf in kwestie te doen. Men kan zich dan eigenlijk alleen door het gebruik van kleur en pictogrammen van de concurrentie onderscheiden. Een recent voorbeeld is het groengele pictogram van Dè Bank, maar U kunt zelf een waarschijnlijk schier eindeloze reeks voorbeelden bedenken.

Schakers lopen in deze ontwikkeling gek genoeg voorop. De servische halfjaarlijkse Informator gebruikt al sinds 1967 symbooltjes om in het kort kommentaar te kunnen geven op het gebeurde in de schaakpartij middels de figurinenotatie. Zo staat bijv. ± voor voordeel voor wit, # voor mat, en O voor de beheersing van meer ruimte, om maar een paar minder bekende te noemen.

Het steeds grotere aantal pictogrammen (oftewel spijkerschrift) leidde in het oude Babylon tot de spreekwoordelijke spraakverwarring. Men ging aan dezelfde symbolen verschillende betekenissen toekennen. De vraag rijst nu: “Zal de geschiedenis zich herhalen?”.

Een psychologische bridgetip

(opgetekend door Kees van der Weijden, met dank aan aangever Fred den Heijer)

Focus.

Zodra iemand bij bewustzijn is, heeft hij/zij een focus. U wordt wakker, en denkt “ik wil douchen”. Uw focus ligt nu bij de douche. Terwijl u naar de douche loopt, bedenkt u dat u nog een brief moet posten. Uw focus ligt nu bij de brief en de TPG-brievenbus van uw keuze. Terwijl u staat te douchen merkt u dat u uw haar niet kan wassen omdat de shampoo op is, en dat die gekocht moet worden. Uw focus ligt nu bij de drogisterij.

Aapje.

Die focus bestaat ook, en voortdurend, aan de bridgetafel. Daar is zelfs de continue focus van 4 personen aanwezig. Soms zijn de focussen van de 4 combattanten ongericht verdeeld, maar meestal zijn ze op iemand aan tafel gericht. Meester-klasse speler Erich Kirchhoff noemt dat beeldend ‘het aapje’, het aapje dat op iemands schouders zit. Het aapje is het sterkst aanwezig wanneer iemand het fout doet. Stel, u speelt een contract fout af. Bijna onmogelijk natuurlijk, maar stèl. Als nu niemand (inclusief uzelf) ziet dat u het niet goed heeft gedaan is er weinig aan de hand. Maar er is altijd wel iemand aan tafel, en niet zelden is dat partner, die verbaal of non-verbaal (bijv.met een zucht) aangeeft wat u reeds vermoedde, nl. dat u het fout deed. Het aapje zit nu op uw schouders. Overigens kan het aapje ook op uw schouders zitten als u iets bijzonder goeds doet. Maar aan de bridgetafel regeert nu eenmaal de FOUT, en als iemand iets bijzonder goeds doet wordt dat slechts hoogst zelden als zodanig opgemerkt. Daarom is het aapje bij bridge bijna altijd vervelend en beschuldigend. Bovendien is het aapje niet altijd objectief. Het aapje wordt immers gestuurd door de focus van de anderen aan tafel. Die anderen zien niet altijd uw gebrek aan goede alternatieven, hebben niet altijd oog voor uw probleem, en dat effect zal sterker zijn naarmate de anderen zwakker zijn. Het aapje wijst naar u en veroordeelt U ondertussen wel, meestal zonder dat u zich adequaat kunt verdedigen.

Partnership.

In elk partnership bestaat een soort van machtsverhouding. Er is binnen een partnership altijd, gevoelsmatig, een sterkere speler (M/V). Haalt u zich uw diverse partners maar voor de geest. Met die ene partner wilt u het absoluut niet fout doen, maar met die andere partner maakt u zich daar geen of weinig zorgen om. Waarom maakt u zich daar geen zorgen om? Kijk eens diep in uw hart: u voelt zich sterker of minstens even sterk dan die partner. En waarom heeft u de indruk dat u sterker of minstens even sterk bent? Omdat in het partnership waarin u zich sterker voelt, het aapje nooit, zelden, of in elk geval minder bij u dan bij uw partner gaat zitten. Want dààr voelt u zich prettig bij. En wat voor u geldt, geldt uiteraard ook voor uw partner(s). In een goed partnership zit het aapje nooit lang bij iemand.

U wilt dus winnen? Het probleem.

De bridgesessie begint. Welgemoed neemt u uw kaarten op, en fluks bieden u en uw partner een gezonde 6 uit. Rechts komt uit, u vraagt zich inwendig af of u niet een poging voor 7 had moeten doen. Maar uw partner heeft een zware dag achter de rug, is er nog niet helemaal bij en verprutst die 6 : hij gaat zielig eentje down in een koud contract. Hij heeft het aapje. Zeg eigenlijk maar gerust dat het een volwassen Aap is. Voor u geldt dat dat ei aan de overkant die prachtig uitgeboden 6 totaal verziekt heeft. Maar u wilt winnen. Dus heeft ù nu een probleem. Uw partner zit in een dip maar u moet er wel mee verder. Gaat u het hem erin wrijven en maakt u er een AAP van? Dan heeft u van bridge niets begrepen. Uw partner zal er dan het volgende spel dan ook niets van bakken. En het daarop volgende spel ook niet. Zelfs als u alleen maar zuchtend uw schouders ophaalt gaat u waarschijnlijk in het volgende spel nog een nul tegemoet, misschien zelfs een paar. Zeker als u veel macht in het partnership heeft, is uw partner na zo’n verknalde 6 niet ver van een total nervous breakdown af.

U wilt na zo’n 6 nog steeds winnen? De algemene oplossing.

Het aapje moet van partners schouders! Het mooiste is natuurlijk als de sympathieke tegenpartij op zijn beurt een spel verkracht, want dan gaat het aapje bij de vijand zitten, maar meestal hebben ze op dat moment niet zoveel begrip voor u. Wat kunt u dan doen? Zorg dat het aapje zo snel mogelijk bij ù gaat zitten! In het volgende spel (dat anders toch een nul zal worden) moet u het aapje overnemen, want dan zal bij uw partner de gemoedsrust terugkeren! Hoe doet u dat? In elk spel moeten er 1 of 2 knopen worden doorgehakt. Een biedbeslissing, een switch, of kies je voor de snit of voor vallen. Bescherm uw partner en neem de volgende beslissing zelf! Het doet er niet toe of de beslissing technisch goed is. Zorg ervoor dat partner die beslissing niet hoeft te nemen. Want als het na ùw beslissing mis gaat, dan heeft ù het verkeerd gedaan, en komt het aapje bij ù zitten. Dat ontlast partner. En gaat het na uw beslissing goed, dan wordt partners aapje in elk geval kleiner. De algemene regel is dus: “Leg de beslissing in elk geval niet bij partner neer als hij het aapje heeft.”.

U wilt na die 6 nog steeds winnen? De praktijkvoorbeelden.

Stel, het bieden gaat:

U LT Part RT
1 Pas 2 Pas

En u heeft een manchepoging in uw handen. Wat u nu NIET moet doen nadat partner in het vorige spel 6 heeft verprutst is inviterend 3 bieden. Of een op dat moment misschien zelfs onbegrijpelijke trial als 3 of 3 bieden. Want partner is er immers niet bij, en daarom zal uw partner het verkeerd doen. En dan wordt die aap nog groter. En zelfs als hij het goed doet, blìjft dat vervelende aapje op zijn schouder. Daarom moet U ZÈLF de knoop doorhakken en òf passen, òf 4 bieden. Gaat dat nu fout, dan kunt u zich tegenover uw partner verontschuldigen, met als gevolg: het aapje komt op uw schouders zitten en partners gemoedsrust zal terugkeren. Legio andere voorbeelden zijn mogelijk. Het mooiste zijn fouten die niet uitmaken. Gooi een vrije kaart weg u toch niet zult maken. Laat een scherpe competitieve bieding in de uitpas (waar partner wel op rekent) achterwege. Geef een verkeerd signaal en verontschuldig u daarvoor. Trek het aapje naar u toe. Uw partner zal het waarderen. De stemming keert terug, ‘that’s what matters’. En zo komt u na 2 spellen en 2 nullen toch weer op 50%!